Dienende rol

De tijd dat Nederlandse sprinters een substantieel aandeel hadden in de etappezeges lijkt al enige tijd achter ons te liggen. In dat kader lijkt de overwinning van Dylan Groenwegen in de zesde etappe van Macon naar Dyon eerder de uitzondering die de regel bevestigt.
Het peloton herbergt weliswaar nog wel een paar landgenoten met spurtersbenen — Danny van Poppel, Marijn van den Berg, Cees Bol — maar die mogen niet voor eigen kans gaan. Hun rol als lonker naar etappewinst is totaal omgezet naar de dienende rol van lead-out, van sprintvoorbereider voor een kansrijker geachte ploeggenoot. Dat lijkt de nieuwe Hollandse stiel te worden, nu Mathieu van der Poel en Mike Teunissen al hebben bewezen dat voortreffelijk te kunnen.
Vooralsnog (de komende jaren ook nog?) schijnen we in die rol te moeten berusten. Voorwaar geen wenkend perspectief voor onze beste sprinter van dit voorjaar, Olaf Kooij, die nu ook al thuis op de bank moest blijven, omdat zijn Visma-ploeg alle kaarten op het algemeen klassement heeft gezet…
Overigens, ondanks voldoende sprinters voor twee sprintploegen (dixit de Touroperator). is de opbouw van de huidige etappereeks zó dat een hoop sprinters na de laatste kans op een massasprint geheel opgebrand ook een bank opzoeken, en wel die achterin de ploegleiderswagen.